scenograaf

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sce·no·graaf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scenograaf scenografen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de scenograafm

  1. (beroep) iemand die een toneelvoorstelling vormgeeft
     Pas dan was ik in staat om met de scenograaf en de lichttechnicus samen te werken en de noodzakelijke aanpassingen te doen zonder het ritme van de acteurs te verstoren.[1]
     Samen met dramaturg Koen Tachelet en scenograaf Jan Versweyveld bracht Van Hove het boek terug naar 150 pagina's en zette de scènes op toneel. Het stuk blijft dicht bij het origineel. "We volgen hetzelfde coming-of-ageverhaal, en doen dan dezelfde afdaling in de hel."[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium op Wikipedia, ISBN 9789057598500
  2. Bronlink geraadpleegd op 20 februari 2022 Weblink bron
    Ronja Hijmans
    “Internationaal Theater Amsterdam daalt met Een Klein Leven ‘af in de hel’” (22-09-2018), NOS