sauvegardes

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sau·ve·gar·des

Zelfstandig naamwoord

de sauvegardesmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord sauvegarde


Frans

Werkwoord

vervoeging van
sauvegarder

sauvegardes

  1. tweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (indicatif présent) van sauvegarder
  2. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van sauvegarder