saucijs
Uiterlijk
- sau·cijs
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘worstsoort’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | saucijs | saucijzen |
verkleinwoord | saucijsje | saucijsjes |
- een kleine, niet gerookte worst die in lange snoeren vervaardigd wordt
- Wij vinden saucijzen erg lekker.
1. een kleine, niet gerookte worst die in lange snoeren vervaardigd wordt
- Het woord saucijs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "saucijs" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
68 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "saucijs" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be