satijn

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·tijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘glanszijde’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • ontleend aan het Franse satin [2] (glanzende, zachte zijden stof) en het oudere zatin dat wellicht afgeleid is van of samenhangt met het Spaanse aceituní, ook wel setuní. Aangenomen wordt dat dit woord is ontleend aan het Arabische zaitūnī, dat de betekenis "satijn" had, en eerder "uit Citong" zou hebben betekend. Citong (nu Quanzhou) was de plaats in China waar het satijn vandaan kwam. [3]
enkelvoud meervoud
naamwoord satijn -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het satijno

  1. (kleding) een weefsel vervaardigd met een weeftechniek, waarbij de kruispunten van de ketting- en inslagdraden gelijkmatig verspreid liggen en bedekt worden door de inslagdraden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen