sarcopenie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: sarcopenie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌsɑrkopeˈni / (4 lettergrepen)
Woordafbreking
- sar·co·pe·nie
Woordherkomst en -opbouw
- van Engels sarcopenia, in 1989 als benaming voorgesteld door de Amerikaanse arts en hoogleraar Irwin Rosenberg, gevormd uit Oudgrieks σάρξ (sarx) "vlees" en πενία (penía) "armoede" [1][2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | sarcopenie | |
| verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de sarcopenie v
- (medisch) lage spiermassa en daardoor verminderde spierkracht als gevolg van ouder worden, immobiliteit en leefstijl, dieet of ziekte
- ▸ Als een echt leeftijdsgebonden fenomeen doet sarcopenie zich dus ook voor bij de gezonde oudere.[3]
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen
1. lage spiermassa en daardoor verminderde spierkracht als gevolg van ouder worden, immobiliteit en leefstijl, dieet of ziekte
Gangbaarheid
- Het woord 'sarcopenie' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie Janssen, IanEvolution of sarcopenia research in: Applied Physiology, Nutrition, and Metabolism, jrg. 35 nr. 5 (29 september 2010), 707-712 - ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Astrid Y. Bijlsma e.a.Stand van zaken: Sarcopenie; Op weg naar klinische toepasbaarheid (21 maart 2013) in: Nederlands Tijdschrift Geneeskunde, jrg. 157 nr. 19 (21 mei 2013)
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Vandewoude, MauritsSarcopenie als component van “frailty", jrg. 38 nr. 1 (1 februari 2007), Bohn Stafleu van Loghum (Uitgeverij voor de gezondheidszorg) in: Tijdschrift voor Gerontologie en Geriatrie, jrg. 3 nr. 1 (1 februari 2007), 12–14
