sanker

Niet te verwarren met: sänker

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈsɑŋkəɾ /

Woordafbreking

• san·ker

Woordherkomst en -opbouw

• Naamwoord van handeling van sanke met het achtervoegsel -er

Naar frequentie	58421

Werkwoord

sanker

1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van sanke

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	sanker	sankeren	sankere sankre sankrer	sankerne sankrene
genitief	sankers	sankerens	sankeres sankres sankrers	sankernes sankrenes

Zelfstandig naamwoord

sanker, m

1. plukker (mannelijke vorm), plukster (vrouwelijke vorm)
2. verzamelaar (mannelijke vorm), #verzamelaarster (vrouwelijke vorm)
3. (antropologie) jager-verzamelaar (een lid van een sankerfolk uit de jager- en verzamelaarscultuur)

Synoniemen

• [1]:  plukker zn 
• [2]:  samler zn 

Hyponiemen

• [1]:  akssanker zn 
• [1]:  bærsanker zn 
• [1]:  eggsanker zn 
• [1]:  soppsanker zn 
• [2]:  brennevinsanker zn 
• [2]:  stemmesanker zn 

Typische woordcombinaties

• [3]: jegere, fangstmenn og sankere

jagers, trappers en verzamelaars

Opmerkingen

• Nynorsk:  sankar zn