saneren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘gezond maken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1935 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
saneren |
saneerde |
gesaneerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
saneren
- overgankelijk met behulp van ingrijpende maatregelen een einde maken aan een ongezonde financiële toestand
- Deze bedrijfstak moet nodig gesaneerd worden.
Vertalingen
1. met behulp van ingrijpende maatregelen een einde maken aan een ongezonde financiële toestand
Gangbaarheid
- Het woord saneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "saneren" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 96 %
- Prevalentie Vlaanderen 93 %