sandalen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • san·da·len

Zelfstandig naamwoord

de sandalenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord sandaal
     Jesus was er ook bij, een jonge hiker met lang haar, vlassige baard, sandalen en witte kleren.[1]

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be