samoech
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·moech
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
samoech
- (Jiddisch-Hebreeuws) degene die als voorlaatste wordt opgeroepen voor het lezen van de Tora
- (Jiddisch-Hebreeuws) in 'samoech staan': aan de zijde van de chazan staan op hoge feestdagen (erefunctie)
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'samoech' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.