samenkrimpende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- sa·men·krim·pen·de
Werkwoord
vervoeging van: | samenkrimpen |
samenkrimpende
- verbogen vorm van samenkrimpend, het onvoltooid deelwoord van samenkrimpen
vervoeging van: | samenkrimpen |
verbogen vorm: | samenkrimpendee |
samenkrimpende