salonfähig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·lon·fä·hig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen salonfähig salonfähiger salonfähigst
verbogen salonfähige salonfähigere salonfähigste
partitief salonfähigs salonfähigers -

Bijvoeglijk naamwoord

salonfähig

  1. voorheen omstreden, maar nu algemeen en zelfs tot in officiële kringen geaccepteerd
    • Zowel Die Grünen als de Freie Demokraten dingen vanaf volgende week waarschijnlijk mee naar de hand van kanselier Angela Merkel. Voor haar zijn zij, met de SPD, de enige salonfähige coalitiepartners. Groen wil na twaalf jaar weg uit de oppositie, de FDP wil in de eerste plaats opnieuw in het parlement geraken na een tocht van vier jaar door de politieke woestijn. Hoe liggen hun kansen? [1] 
    • Dat de schoen nu ook salonfähig is in Nederland is te danken aan Guillaume Schmidt, een van de eigenaren van de Amsterdamse sneakerwinkel Patta. Het viel hem op dat steeds meer jonge mensen in Mephisto's rond stapten en hij zag meteen de waarde ervan in. Maar dan wel op zíjn manier. "Mijn eerste herinnering aan Mephisto was die van mijn docenten die ze in mijn geboorteplaats droegen. Leraren, agenten, verpleegkundigen: ze droegen allemaal Mephisto. Het was een soort fascinatie voor me – ze hebben een specifieke esthetiek", aldus Schmidt in zijn eigen blog. [2] 
     Men treft hier louter fatsoenlijke lieden aan; fatsoenlijk in den zin, dien Nederlands naburen, met de slappe knieën, aan de woorden hof- en salonfähig hechten.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
41 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. de Standaard 22 september 2017
  2. Tubantia Renske Baars 13 september 2017
  3. Bronlink Weblink bron
    Simon Frederik Groen
    Mijmeringen in het koepeltje van Kedoeng Badak in: De Gids op Wikipedia, 25ste jaargang (tweede serie, dertiende jaargang) (1861), P.N. van Kampen & zoon, Amsterdam, p. 358 op dbnl.org op Wikipedia
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Duits

stellend vergrotend overtreffend
salonfähig
salonfähiger
am salonfähigsten
alle verbuigingsvormen

Bijvoeglijk naamwoord

salonfähig

  1. salonfähig, waar men goed mee voor de dag kan komen, met veel aanzien