salariëring

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

protest voor een betere salariëring
Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·la·ri·e·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord salariëring salariëringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de salariëringv

  1. het betalen van loon voor gedane arbeid, de hoogte van het loon dat men ontvangt of uitbetaalt
    • Renes is verrast over de snelle massale belangstelling voor de vacature. "Nee, we hebben geen uitzonderlijk salaris in het vooruitzicht gesteld. Sterker nog: in de oproep staat helemaal niets over salariëring vermeld", zegt Renes. "De massale reactie geeft aan hoeveel mensen in de zorg op dit moment op zoek zijn naar werk of een andere baan." [1] 
    • Volgens de Engelse media loofde Tan de premie zondag uit voor aanvang van het duel met Tottenham Hotspur, dat met 1-0 werd verloren. Toen hem duidelijk werd dat het aanbod illegaal was volgens die regels die aan de salariëring van spelers zijn gesteld, trok hij het in. 'We realiseerden ons niet dat het niet mocht', liet Tans woordvoerder weten. [2] 
    • Staal onderstreepte dat de salariëring niet zijn belangrijkste drijfveer vormde. 'Voordat u de suggestie wekt dat ik het alleen om het geld deed: ik was alleen getriggerd om Vestia volkshuisvestelijk goed op de kaart te zetten', hield hij de enquêtecommissie voor. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
74 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen