salaadje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·laad·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het salaadjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord salade
     De bedoeling is om tegen het einde van het schooljaar een lekkere soep en salaadje te maken met gezonde, verse, zelf geteelde groenten.[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 maart 2021 Weblink bron
    Arnold Kwanten
    “Tuinieren is cool in Terkoest” (29 april 2014) op hbvl.be