sadduceeën

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sad·du·cee·en
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord sadduceeën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de sadduceeënmv

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) religieuze en politieke joodse groepering van de 2de eeuw v.C. tot 70 n.C., die verdween bij de val van de tempel, in een aantal opzichten staand tegenover de farizeeën (14× in NT)
     Een gelovig jood wist dat hij behoorde tot het uitverkoren volk en beantwoordde deze genade door zich zo goed mogelijk te houden aan de Wet van Mozes. Die was echter voor velerlei uitleg vatbaar en de joodse religieuze stromingen van die tijd – farizeeën, sadduceeën, essenen… – bakenden zich van elkaar af door de wijze waarop ze ‘de werken der Wet’ uitvoerden.[2]
Schrijfwijzen
Afgeleide begrippen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 november 2020 Weblink bron
    Jona Lendering
    “Wie was Jezus van Nazaret?” (22 december 2016) op nrc.nl