sacherijnig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·che·rij·nig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen sacherijnig sacherijniger sacherijnigst
verbogen sacherijnige sacherijnigere sacherijnigste
partitief sacherijnigs sacherijnigers -

Bijvoeglijk naamwoord

sacherijnig

  1. (informeel) somber en geërgerd
    • Haar vader riep "Kijk toch niet zo sacherijnig!" toen hij zag hoe ze in een hoekje met een ontevreden blik zat te chagrijnen. 
Synoniemen

Gangbaarheid

44 % van de Nederlanders;
47 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be