sabel neer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sa·bel neer
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
neersabelen

sabel (...) neer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neersabelen
    • Ik sabel neer. 
  2. gebiedende wijs van neersabelen
    • Sabel neer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van neersabelen
    • Sabel je neer?