søster

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡsœstəɾ/

Woordafbreking

• søs·ter

Zelfstandig naamwoord

søster m/v

1. (familie) zus, zuster

   «Jeg har to søstre og en bror.»

   Ik heb twee zussen en een broer.

2. (medisch) zuster, ziekenzuster
3. (religie) zuster, non
4. (religie) een vrouwelijke geloofsgenoot

Verbuiging

m/v	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	søster	m: søsteren v: søstera	søstre søstrer	søstrene
genitief	søsters	m: søsterens v: søsteras	søstres søstrers	søstrenes

Antoniemen

• [1]: bror

Hyperoniemen

• [1]: søsken

Afgeleide begrippen

• [1]: halvsøster
• [1]: lillesøster
• [1]: storesøster
• [1]: veslesøster
• [2]: helsesøster
• [2]: oversøster
• [2]: pleiesøster
• [2]: sykesøster,

Uitdrukkingen en gezegden

• [4]: brødre og søstre i Herren

broeders en zusters in de Heer

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˡsœstəɾ/

Woordafbreking

• søs·ter

Zelfstandig naamwoord

søster v

1. (familie) (bijvorm) zus, zuster

   «Eg har to søstrer og ein bror.»

   Ik heb twee zussen en een broer.

2. (medisch) (bijvorm) zuster, ziekenzuster
3. (religie) (bijvorm) zuster, non
4. (religie) (bijvorm) een vrouwelijke geloofsgenoot

Verbuiging

v bijvormen	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	søster	søstera søsteri	søstre	søstrene
genitief	søsters	søsteras søsteris	søstres	søstrenes

Schrijfwijzen

• [1-4]: (hoofdvorm) syster

Antoniemen

• [1]: bror

Hyperoniemen

• [1]: søsken

Afgeleide begrippen

• [1]: versyster
• [1]: (bijvorm) versøster