såers

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • så·ers

Zelfstandig naamwoord

såers, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van (betekenis: kaf, kafnaald)
  2. genitief onbepaald meervoud van

Zelfstandig naamwoord

såers, mv

  1. onbepaalde vorm genitief meervoud van (betekenis: houten tobbe)