rustgever
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rust·ge·ver
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rust zn en gever zn
- Samenstellende afleiding van rust en de stam van geven met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rustgever | rustgevers |
verkleinwoord | rustgevertje | rustgevertjes |
Zelfstandig naamwoord
de rustgever m
- iemand die voor rust zorgt; iemand die tot rust maant
- Het Groningse publiek in de Euroborg begon te joelen en waarna rustgever Van Bommel juist voor meer onrust binnen PSV zorgde. [1]
- De lijn van FC Twente kon Janssen niet voortzetten bij Ajax, de landskampioen die in hem de rustgever van een jong en vooral onstuimig elftal zag. Ajax pakte opnieuw de titel, maar om nu te zeggen dat Janssen een dominante rol vervulde, niet bepaald. [2]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord 'rustgever' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rustgever" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ NRC Koen Greven 27 augustus 2012 Van Bommel blijft maar tieren na onterechte kaart
- ↑ NRC Henk Stouwdam 29 oktober 2012 Theo Janssen voetbalt nog niet als patron van Vitesse
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Achtervoegsel -er in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %