russificeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rus·si·fi·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
russificeren |
russificeerde |
gerussificeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
russificeren
- Russisch maken
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord russificeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.