rundt

Deens

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ˈʁɔnˀd /

Woordafbreking

• rundt

Naar frequentie	326

Bijvoeglijk naamwoord

rundt, o

1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van rund

Bijwoord

rundt

1. rond

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ɾʉnt /

Woordafbreking

• rundt

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Noorse bijvoeglijke naamwoord rund met het achtervoegsel -t.

Naar frequentie	235

Bijvoeglijk naamwoord

rundt, o

1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van rund

Bijwoord

rundt

1. rond (ruimtelijk)
2. rond (tijdelijk)

Typische woordcombinaties

• [1]: velte rundt

omwentelen

Uitdrukkingen en gezegden

• [1]: snakke en rundt

iemand overhalen

Voorzetsel

rundt

1. rond, rondom (ruimtelijk)
2. ongeveer
3. door (tijdelijk)

Synoniemen

• [1]: forbi
• [1]: langs
• [1]: omkring
• [1]: omkring i
• [3]: gjennom

Typische woordcombinaties

• [1]: løpe rundt huset

rond het huis lopen

• [2]: rundt 100 kr

rond de 100 NKR

• [2]: året rundt

het hele jaar door

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: / ɾʉnt /

Woordafbreking

• rundt

Woordherkomst en -opbouw

• Afleiding van het Nynorske bijvoeglijke naamwoord rund met het achtervoegsel -t.

Bijvoeglijk naamwoord

rundt, o

1. onbepaalde vorm onzijdig enkelvoud van de stellende trap van rund

Bijwoord

rundt

1. rond (ruimtelijk)
2. rond (tijdelijk)

Typische woordcombinaties

• [1]: velte rundt

omwentelen

Uitdrukkingen en gezegden

• [1]: snakke en rundt

iemand overhalen

Voorzetsel

rundt

1. rond, rondom (ruimtelijk)
2. ongeveer
3. door (tijdelijk)

Synoniemen

• [1]: forbi
• [1]: kring
• [1]: langs
• [1-2]: omkring
• [3]: gjennom

Typische woordcombinaties

• [1]: løpe rundt huset

rond het huis lopen

• [2]: rundt 100 kr

rond de 100 NKR

• [2]: året rundt

het hele jaar door