rumoeren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ru·moe·ren
Zelfstandig naamwoord
de rumoeren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord rumoer
Gangbaarheid
- Het woord rumoeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rumoeren" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be