ruimden sneeuw
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ruimden sneeuw (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrœymdə(n) ˈsnew / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ruim·den sneeuw
Woordherkomst en -opbouw
- uit ruimden (werkwoord) en sneeuw (zelfstandig naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
sneeuwruimen |
ruimden (…) sneeuw
- meervoud verleden tijd van sneeuwruimen
- Wij ruimden sneeuw.
- Jullie ruimden sneeuw.
- Zij ruimden sneeuw.
- Wij ruimden sneeuw.
Gangbaarheid
- Het woord ruimden sneeuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.