ruimde in

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ruim·de in
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
inruimen

ruimde in

  1. enkelvoud verleden tijd van inruimen
    • Ik ruimde in. 
    • Jij ruimde in. 
    • Hij, zij, het ruimde in. 


Gangbaarheid