Naar inhoud springen

ruilt uit

Uit WikiWoordenboek
  • ruilt uit
vervoeging van
uitruilen

ruilt (...) uit

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen
    • Jij ruilt uit. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitruilen
    • Hij ruilt uit. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitruilen
    • Ruilt uit!