ruigheid
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ruig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ruigheid | ruigheden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de ruigheid v
- het onregelmatig en wild begroeid zijn; onbewerkt
- Huisman heeft zijn bestemming gevonden. „De bescheiden status, de ruigheid en het avontuur pasten precies bij mijn vrijgevochten natuur. Ik voelde me als een vis in het water. [2]
- Dit park is zeer ruig, dieprood gekleurd met natuurlijke bogen, riffen, schoorstenen en witte Capitool achtige domes. Het lieflijke Fruita compenseert deze ruigheid weer een beetje. Een oase van groen met een oud schoolgebouwtje van de mormonen. Hier kun je zelf perziken plukken en natuurlijk lekker meteen lekker opeten. Dit park kom je tegen onderweg vanaf Bryce naar Arches National Park. [3]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord ruigheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ruigheid" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Teo van den Brink 09-09-2013 Wat de meute afdankt, legt Jopie Huisman vast
- ↑ De Telegraaf WENDY ROEP 19 feb. 2013 Top 5 Nationale Parken in de USA & Canada
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Achtervoegsel -heid in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 97 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %