rugzwemmer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: rugzwemmer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rug·zwem·mer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rug en zwemmer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rugzwemmer | rugzwemmers |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de rugzwemmer m
- iemand die op de rug zwemt
- (biologie) waterkever die op de rug zwemt
Gangbaarheid
- Het woord 'rugzwemmer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.