ruggenwervel

Nederlands

10: ruggenwervel

Uitspraak

• Geluid:  ruggenwervel    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• rug·gen·wer·vel

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  rug zn  en  wervel zn  met het invoegsel -en- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	ruggenwervel	ruggenwervels
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ruggenwervel m

1. (anatomie) een van de botten die samen de ruggengraat vormen

   • De Arnhemmer vermoedde dat zijn vriendin vreemd ging met de bovenbuurman. Zij laat weten dat hij haar vanaf dat moment begon te slaan. Ze liep onder meer een gebroken ruggenwervel op.  
   • Danté brak zijn beide polsen, zijn dijbeen en heeft een deuk in een ruggenwervel. Hij houdt ook een zware hersenschudding over aan zijn metershoge val. Pas over twee dagen durven de doktoren te zeggen of zijn hand helemaal gered is of niet - mogelijk kan hij niet meer al zijn vingers gebruiken.  
   • In de Ronde van Spanje van dit jaar zal Nibali zich echter tevredenstellen met ritoverwinningen. De Haai van Messina kwam in juli in de Tour door toedoen van een toeschouwer ten val tijdens de beklimming van Alpe d’Huez en hield daar een gebroken ruggenwervel aan over. Sindsdien kon hij amper trainen.  

Synoniemen

• rugwervel, vertebra, wervel

Vertalingen

    1.   

Engels: dorsal vertebra (en), vertebra (en)

Gangbaarheid

• Het woord ruggenwervel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ruggenwervel" herkend door:

94 %	van de Nederlanders;
92 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.