rubben
Niet te verwarren met: Rubben |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rub·ben
Woordherkomst en -opbouw
- klanknabootsing, cognaat met Oudfries, Nedersaksisch en Middelengels "wrijven, krabben, schrapen", Engels to rub, Deens rubbe en Noors rubba [1][2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
rubben |
rubde |
gerubd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
rubben
- (visserij) vis door schrapen van schubben ontdoen
- Robben is wrijven; het is hetzelfde als rubben. Vissen rubt men, men schrapt er de schubben af. [3]
Synoniemen
Zelfstandig naamwoord
de rubben mv
Gangbaarheid
- Het woord 'rubben' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Klanknabootsing in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Visserij in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Verouderd in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal