rozijn

Uit WikiWoordenboek
2. rozijnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·zijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rozijn rozijnen
verkleinwoord rozijntje rozijntjes

Zelfstandig naamwoord

rozijn v/m

  1. (landbouw) bepaalde variant van de druivenplant, Vitis vinifera op Wikispecies, met kleine vruchtjes
  2. (voeding) kleine gedroogde vruchtjes van Vitis vinifera op Wikispecies
    • Korinthische rozijnen uit Griekenland zijn zwart, kurkdroog, pitloos en hebben een pepersmaak. Turkse rozijnen uit Smyrna zijn lichtbruin en zonder pit. Het vruchtvlees is zacht en heeft een muskaatsmaak. Rozijnen uit Malaga komen uit Andalusië, zijn wit of zwart van kleur en bevatten weinig pitten 
     Elke doos bevatte ontbijtrepen, noten, rozijnen, tortillas en noodles, aangevuld met wc-papier en pillen zoals vitamines en visolie.[3]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen