royeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: royeerde (hulp, bestand)
- IPA: /roˈjerdə/, of: /rwɑˈjerdə/ bij meer oorspronkelijke uitspraak
Woordafbreking
- ro·yeer·de, of: roy·eer·de bij meer oorspronkelijke uitspraak
Werkwoord
vervoeging van |
---|
royeren |
royeerde
- enkelvoud verleden tijd van royeren
- Ik royeerde.
- Jij royeerde.
- Hij, zij, het royeerde.
- Ik royeerde.