roteerden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ro·teer·den

Werkwoord

vervoeging van
roteren

roteerden

  1. meervoud verleden tijd van roteren
    • Wij roteerden. 
    • Jullie roteerden. 
    • Zij roteerden. 
     Ze moesten het materiaal dus verwarmen met vuur en bovendien een systeem bedenken om de stammen boven het vuur om te draaien op ongeveer dezelfde manier als zuiderlingen schapenlichamen boven open vuur roteerden.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628142