rookgas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

schoorsteen met rookgassen
Uitspraak
Woordafbreking
  • rook·gas
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rookgas rookgassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rookgas [1]

  1. het gasvormige deel van rook, dat naast producten van volledige verbranding ook (giftige/brandbare) stoffen kan bevatten die onvolledig zijn verbrand
    • ‘Elk jaar wordt hier gemiddeld 90 miljoen euro geïnvesteerd’, zegt woordvoerder Jan Cornelis. ‘15 procent daarvan gaat naar het verbeteren van onze milieuprestaties.’ In de fabriek aan de Kennedylaan is een stofplan gestart. Rookgas van de sinterfabriek, waar ijzererts en cokes worden geprepareerd voor de hoogovens, zal worden opgevangen. [2] 
    • De ontploffing ontstond door rookgas en blies de gevel eruit. Eerst bolde het dak op en werd het als het ware dubbelgevouwen. Daarna kwam de klap waarbij enkele brandweerlieden werden bedolven onder glas en stukken van kozijnen die de straat op werden geslingerd. [3] 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

85 % van de Nederlanders;
84 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 14 JULI 2016 Bert Staes
  3. Tubantia Sander Sonnemans 10-januari-2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be