roofvliegen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: roofvliegen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- roof·vlie·gen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roofvliegen | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de roofvliegen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord roofvlieg
- meervoudsvorm als officiële benaming (tweevleugeligen) Asilidae een familie van tweevleugeligen met ca 7100 beschreven soorten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
- [2] borstelroofvlieg, bosgeelvlekbladjager, bosrandroofvlieg, bruinvleugelroofvlieg, donkere ringpootroofvlieg, eikenstamjager, elegante zandroofvlieg, gele hommelroofvlieg, gevlekte borstelroofvlieg, gewone bladjager, gewone roofvlieg, glimmende bladjager, grasjager, hoornaarroofvlieg, kleine geelvlekbladjager, klompgeelvlekbladjager, knobbelbladjager, langpootroofvlieg, langsprietbladjager, oostelijke bosrandroofvlieg, oostelijke knobbelbladjager, ringpootroofvlieg, rode dennenstamjager, roestbruine roofvlieg, roodbaardroofvlieg, roodpootroofvlieg, schraalgrasjager, slanke borstelroofvlieg, stekelpootroofvlieg, stomplijfroofvlieg, vroege zandroofvlieg, zandroofvlieg, zuidelijke bosrandroofvlieg, zuidelijke grasjager, zwartdijroofvlieg, zwarte bladjager, zwartkoproofvlieg, zwartvlerkbladjager
Gangbaarheid
- Het woord 'roofvliegen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Tweevleugeligen in het Nederlands
- Insecten in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal