roodstaartvliegenvanger
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- rood·staart·vlie·gen·van·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roodstaartvliegenvanger | roodstaartvliegenvangers |
verkleinwoord | roodstaartvliegenvangertje | roodstaartvliegenvangertjes |
Zelfstandig naamwoord
de roodstaartvliegenvanger m
- (zangvogels) Ficedula ruficauda een vogelsoort uit de familie van de Muscicapidae (vliegenvangers). Deze soort komt voor in het zuidelijke deel van Centraal-Azië van Oezbekistan, Tadzjikistan en oostelijk Afghanistan tot noordelijk India en Nepal
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'roodstaartvliegenvanger' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.