Naar inhoud springen

rong

Uit WikiWoordenboek
  • rong
enkelvoud meervoud
naamwoord rong rongen
verkleinwoord - -

derongv/m

  1. (verkeer) een van rechtop staande staven die op een platte wagen dienen om de lading tegen te houden
    • Hij haalde een lantaarn uit de achterkeuken, goot hem boordevol raapolie en bond hem vast aan een rong aan de linkerkant van de wagen. [1]
13 %van de Nederlanders;
10 %van de Vlamingen.[2]

rong

  1. trein