rondeel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[1] 3 is een rondeel
Uitspraak
Woordafbreking
  • ron·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rondeel rondelen
verkleinwoord rondeeltje rondeeltjes

Zelfstandig naamwoord

het rondeelo

  1. (militair) een halfrond bolwerk met dezelfde hoogte als de aanliggende muren en van bijzondere sterkte die het mogelijk maakte zwaar geschut te plaatsen
  2. (muziek) muziekstuk met steeds terugkerend rondothema als een soort refrein
Synoniemen

Gangbaarheid

87 % van de Nederlanders;
75 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen