rommelend

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rom·me·lend

Werkwoord

vervoeging van: rommelen
verbogen vorm: rommelende

rommelend

  1. onvoltooid deelwoord van rommelen
stellend
onverbogen rommelend
verbogen rommelende
partitief rommelends

Bijvoeglijk naamwoord

rommelend

  1. slordig handelend
    • Niet alleen rommelende Chinezen versmaden Internet Explorer 8 (die al weer van 2009 dateert, versie 9 is in aantocht) . Ook multinationals werken soms nog met toepassingen die of IE 6 vereisen of het eveneens tien jaar oude Windows XP, of het nog oudere Windows 98. [1] 
    • In de tweede helft werd het spel van Feyenoord er niet beter op. De thuisploeg viel zonder overtuiging aan. Na ruim een uur moest de rommelende formatie van Koeman door een doeltreffend schot van Mikhail Rosheuvel opnieuw in de achtervolging (1-2). [2] 
  2. de luid, laag donderend geluid makend
    • Een nieuwe uitbarsting in de al dagenlang rommelende Indonesische vulkaan Sinabung op Noord Sumatra, heeft paniek gezaaid onder de bevolking. Bijna 20.000 bewoners zijn inmiddels geëvacueerd. [3] 
Synoniemen


Verwijzingen