rolder

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: Rolder


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rol·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rolder rolders
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de rolderm

  1. (Bargoens) vingervlug persoon die mensen ongemerkt geld of waardevolle voorwerpen ontfutselt
  2. (spel) speler bij het knikkeren, die zijn knikker naar het doel laat bewegen
  3. (gereedschap) houten cilinder om hulzen van patronen voor vuurwapens te maken
Synoniemen

Gangbaarheid

17 % van de Nederlanders;
20 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen