roervogel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- roer·vo·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van roer en vogel [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | roervogel | roervogels |
verkleinwoord | roervogeltje | roervogeltjes |
Zelfstandig naamwoord
de roervogel m
Gangbaarheid
- Het woord 'roervogel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.