roemrijker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: roemrijker (hulp, bestand)
- IPA: / ˈrumrɛikər / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- roem·rij·ker
Woordherkomst en -opbouw
Bijvoeglijk naamwoord
roemrijker
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van roemrijk
roemrijker