roeipotig

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

roeipotig
Uitspraak
Woordafbreking
  • roei·po·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen roeipotig roeipotiger roeipotigst
verbogen roeipotige roeipotigere roeipotigste
partitief roeipotigs roeipotigers -

Bijvoeglijk naamwoord

roeipotig

  1. (zoötomie) zwemvliezen tussen de tenen van de poten hebbend
Verwante begrippen
termen uit de ornithologie:

Gangbaarheid

20 % van de Nederlanders;
21 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be