rockfan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rock·fan
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rockfan rockfans
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de rockfanm

  1. liefhebber van rock-'n-roll muziek
    • De Britten trapten hun concert af met de hit Jumpin'Jack Flash uit 1968. In dat jaar deelden Cubaanse rockfans heimelijk vinylplaten met elkaar en liepen zo het risico om te werk te worden gesteld op het platteland wegens ídeologische afwijking'.[1] 
    • Voor volgend jaar belooft hij beterschap voor de rockfans. "Ik moet oppassen wat ik zeg, want straks gaat het weer mis. Maar ik heb al een paar hele mooie opties voor volgend jaar voorbij zien komen. "De festivalbaas hintte eerder op de komst van rockband Foo Fighters naar de 48e editie van Pinkpop, maar kon dat uiteindelijk niet waarmaken.[2] 
    • Het huis, dat al decennia lang een trekpleister is voor rockfans uit de hele wereld, staat nu op VRBO, een Amerikaanse online marktplaats voor vakantieverblijven. Er zijn vijf slaapkamers en slaapkamers voor in totaal twaalf gasten. De legendarische kelder is echter niet bij de huur inbegrepen.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen