rivierdal
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ri·vier·dal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rivier zn en dal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rivierdal | rivierdalen |
verkleinwoord | rivierdalletje | rivierdalletjes |
Zelfstandig naamwoord
- de laagte waarin een rivier stroomt
- Echte stoere jongens en meisjes fietsen natuurlijk ook de eerste 2000 kilometer tot Rome, op de kaarten van Paul Benjaminse, waarbij de route zoveel mogelijk langzaam stijgende rivierdalen volgt.[2]
- Natuurliefhebbers kunnen hier hun hart ophalen. Bij de VVV is een nieuw, Engelstalig boek verkrijgbaar met fietsroutes langs bezienswaardigheden, dorpjes, meren, uitzichtpunten en rivierdalen.[3]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord rivierdal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rivierdal" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Telegraaf ROBERT B.P. VAN WEPEREN 05 aug. 2015
- ↑ de Telegraaf 07 feb. 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be