ritseling
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rit·se·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van ritselen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ritseling | ritselingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
ritseling
- het ritselen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'ritseling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ritseling" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be