rild
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rild
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rild | rilder | rildst |
verbogen | rilde | rildere | rildste |
partitief | rilds | rilders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
rild
- met een naar verhouding grote lengte of geringe dikte
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord rild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rild" herkend door:
12 % | van de Nederlanders; |
10 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Peter Bakema“Vlaams-Nederlands woordenboek.”, 2de druk (2004), Standaard, Antwerpen / Het Spectrum, Utrecht, ISBN 9071206629, rild(e)
- ↑ Joos Florquin“Ten huize van... 12. : Ward Ruyslinck” (1976), Orion, Brugge / Davidsfonds, Leuven, ISBN 90 264 3534 7, p. 199
- ↑ Weblink bron “De blijde kruisvaart.”, herdruk; 1e druk 1919 (1929), Nederlandsche Uitgevers-Maatschap, Amsterdam, p. 114
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 4
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 1 lettergreep in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 12 %
- Prevalentie Vlaanderen 10 %