rijtocht
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rij·tocht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rij ww en tocht zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijtocht | rijtochten |
verkleinwoord | rijtochtje | rijtochtjes |
Zelfstandig naamwoord
rijtocht m
- een (feestelijke, plechtige) rit
- Ook de moeder van Thijs vindt het jammer dat de intocht op deze manier gevierd wordt. „Ze zijn nog tot 2013 met de wegen bezig in Nijverdal, dus ik denk dat we nog wel een paar jaar moeten wachten voor de rijtocht terugkomt.” Thijs maakt het allemaal niet zo veel uit, hij vindt het alleen maar geweldig dat Sinterklaas weer in Nederland is. [1]
- De bruid droeg een witte bruidsjurk met veel kant en een 4 meter lange sleep. In haar in een knoop gebonden haren droeg ze een tiara. Roxxette-zangeres Marie Frederiksson zong voor het paar een voor de trouwerij geschreven lied. Daarna werd het paar tijdens een rijtocht in een open koets door het centrum van Stockholm door ruim 100.000 mensen toegejuicht. [2]
- De gevaarlijke rijtocht vond plaats rond de Hogeluchtsweg. De auto liep flinke schade op en de automobilist is naar het ziekenhuis gebracht. [3]
Synoniemen
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'rijtocht' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "rijtocht" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 15-11-10 Sint: ‘Het was super met hoofdletters’
- ↑ Tubantia 08-06-13 Zweedse prinses Madeleine geeft ja-woord
- ↑ Tubantia 04-11-16 Bejaarde man raakt gewond nadat hij spoor van vernieling achterlaat in Wierden
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be