rijspakwerk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Rijspakwerk [1]
Uitspraak
Woordafbreking
  • rijs·pak·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rijspakwerk rijspakwerken
verkleinwoord rijspakwerkje rijspakwerkjes

Zelfstandig naamwoord

het rijspakwerko

  1. (waterbeheer) oeverbescherming van rijshout en kraagstukken
     De aan de verbetering ten koste te leggen werken zullen bestaan in het verbreeden en verdiepen van de hoofdvaart tusschen Assen en Smilde, dus over een aanzienlijke lengte, het verdedigen van de kanaalboorden met rijspakwerk, kieltuin en stapelzoden, het maken van drie wisselplaatsen, het onder profiel brengen van de kruin van eenige gedeelten stuwdijk door afgraving en ophooging en het maken van een zandkist in den stuwdijk by Assen.[3]
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron
    L.G. van Breen
    “Hollands’ Rijshout” (1920), Oosterbaan en Le Cointre, Goes, Plaat 36
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Bronlink geraadpleegd op 17-1-2-2021 Weblink bron Drentse Hoofdvaart (21-4-1906) in: Schuttevaer, jrg. 17 nr.5, 2 kol. 1