rijksdaalder

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rijks·daal·der
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenvertaling van Duits Reichstaler (oudere spelling Reichsthaler), een zilveren munt geslagen volgens de besluiten van de Rijksdag in 1566.
  • In de betekenis van ‘vijftig stuivers’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1606 [1]
  • samenstelling van  rijk  en  daalder  met het invoegsel -s- 
enkelvoud meervoud
naamwoord rijksdaalder rijksdaalders
verkleinwoord rijksdaaldertje rijksdaaldertjes

Zelfstandig naamwoord

de rijksdaalderm

  1. (numismatiek) munt ter waarde van 50 stuivers oftewel 2½ gulden
Synoniemen
Overerving en ontlening
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen