rijkaart
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rij·kaart
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rijden ww en kaart zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rijkaart | rijkaarten |
verkleinwoord | rijkaartje | rijkaartjes |
Zelfstandig naamwoord
- bewijs dat men gerechtigd is om te rijden
Hyponiemen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'rijkaart' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rijkaart" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
61 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be